Er is veel over geschreven, over delen. Waarom we delen, de psychologie erachter. Neem het New York Times Social Sharing Report (bewerkt door Foundation Marketing), een rapport vol kostbare inzichten. Verplichte kost mocht je het nog niet hebben bekeken. Wat je uit het rapport kan opmaken is dat het ons niet ontbreekt aan drijfveren om te delen. Als er zoveel redenen zijn om wél te delen, waarom delen we dan zo weinig?
We delen omdat we denken dat informatie voor iemand waardevol of amusant is. Omdat we willen laten zien wat ons bezighoudt. We relaties willen onderhouden en uitbouwen. Betrokken willen zijn bij wat er in de wereld gebeurt. Of aandacht willen krijgen voor iets wat we belangrijk vinden.
En dan zijn er nog de mensen die jouw content delen omdat ze zich met jou en/of jouw boodschap willen profileren. Omdat ze heilig geloven in wat je doet of fan zijn. Omdat ze voor je werken en er belang bij hebben dat het goed gaat met je gaat. Omdat ze van je houden. Of gewoon, omdat ze er iets voor terug krijgen.
Redenen te over. En daar schuurt het wat mij betreft. Want als er zoveel redenen zijn om te delen, waarom delen we dan zo weinig? Zelfs op LinkedIn, te midden van vakbroeders, hongerig naar kennis, mogen we blij zijn als een post een paar keer gedeeld wordt.
84% van de mensen deelt omdat het een manier is om doelen te steunen en issues onder de aandacht te brengen.
Natuurlijk, je kan al die motieven omdraaien. No way dat ze gaan delen, want ze hebben een bloedhekel aan je. Willen niet met je geassocieerd worden. Geloven niet in wat je doet. Vinden je content waardeloos. Krijgen er toch niks voor terug…
Het zal best dat voor menigeen dergelijke motieven aanleiding zijn om de shareknop met rust te laten. Maar dat collega’s elkaars berichten (of die van de eigen organisatie) niet willen delen, gaat er bij mij niet in.
Blijkbaar speelt er meer. Om te spreken met Willem Elsschot: “…tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.” Met die wetten en weemoedigheid zal het wel meevallen, de praktische bezwaren zijn er wel degelijk: niet in de gelegenheid. Geen prioriteit. Geen tijd. Afwezig. Vergeten. Over het hoofd gezien.
Gevolg: je moet constant je collega’s achter de broek aan zitten. En dat bij elke blog, video, infographic, podcast die je onder de aandacht wilt brengen. Want je was van plan toch zeker 3 berichten per week te plaatsen. Op z’n minst 150 per jaar. Maal een stuk of 50 collega’s. Keer een slordige 1.000 connecties per collega. Want dat zou toch minimaal, zij het bruto, een mediabereik van 7.500.000 opleveren. Je organisatie zou zichtbaarder worden. Organisch en zonder een cent voor promotie. Zo had je intern je plan verkocht.
Voordat je dat doet, zou ik terug willen komen op het onderzoek van de New York Times. Dat zegt dat 94% van de mensen die delen zorgvuldig afweegt of de informatie die ze willen delen, relevant is voor de ontvanger. Ik behoor tot die groep en als je op dit punt nog steeds aan het lezen bent, heb ik blijkbaar een goede afweging gemaakt. Verder zegt 49% dat ze informatie delen, omdat dat ze in staat stelt mensen te informeren over producten of diensten waar ze iets mee hebben en de mogelijkheid biedt om meningen te beïnvloeden en aan te zetten tot actie. Geldt voor mij ook, eerlijk is eerlijk.
Een paar jaar geleden heb ik met Satya van Heummen een social sharing tool ontwikkeld die je veel tijd, geld en frustratie kan besparen: PostSpeaker. Daarmee bundel je het social mediabereik van je collega’s of ambassadeurs tot één krachtige stem en breng je je boodschap automatisch onder de aandacht van al hun volgers en connecties. Hebben jouw collega’s geen tijd of gelegenheid om te delen? En wil jij het niet elke keer vragen? Met PostSpeaker doe jij het voor ze, met één druk op de knop.
Benieuwd hoe andere organisaties dankzij deze tool hun content gedeeld krijgen? Op deze pagina heb ik een aantal use cases voor je op een rij gezet.